Je mag me altijd bellen
Als lid van de coöperatie Afscheidsmomenten werd ons gevraagd om favoriete boektitels te noemen die we zouden kunnen delen met onze volgers op FaceBook. Meteen schoot het boek “Je mag me altijd bellen” van Karin Kuiper te binnen, waarin ze de eerste 1001 dagen van rouw beschrijft na de dood van haar man, de auteur Karel Glastra van Loon. Hij overleed op 42-jarige leeftijd aan de gevolgen van een hersentumor. Karin bleef met drie kleine kinderen achter. Waarom spreekt nou juist dit boek mij zo aan?
Geen woorden maar daden
Heel beeldend beschrijft Karin de periode na Karels dood. Wat echt niet hielp was dat veel mensen zeiden: ‘Je kunt me altijd bellen’. Heel gemeend en goed bedoeld, maar als je echt heel verdrietig bent wil je helemaal niemand bellen! Karen beschrijft duidelijk waar ze wel wat aan heeft. Echte hulp. Spontaan langskomen. Spelletjes komen doen met de kinderen. Helpen de tuin een beetje te fatsoeneren. ’s Avonds een goed gesprek voeren.
Wat ik zo goed vind aan dit boek, is dat het niet alleen heel geschikt en herkenbaar is voor mensen die iemand hebben verloren, maar ook voor iedereen er omheen. Familie en vrienden. Hoe ga je om met vrienden in de rouw? Waar hebben zij iets aan? Wat kun je voor hen betekenen? Want reken maar dat dat best ingewikkeld kan zijn.
Soms best onwennig
Ik heb het vak van uitvaartfotograaf gekozen omdat ik met dit mooie werk echt iets wil betekenen voor mensen die een dierbare hebben verloren. Gelukkig weet ik heel goed hoe ik tijdens de uitvaart en vlak erna met mensen die in de rouw zijn moet omgaan.
Maar ik heb ook gemerkt dat het ingewikkeld is als mensen die iets dichterbij je staan iemand verliezen. Hoe onwennig is het om weer bij elkaar over de vloer te komen. Is alles bespreekbaar? Waar praat je over? En waarover niet?
Drempelvrees
Ik weet nog hoe moeilijk ik het vond om bij een kennis te informeren naar hoe haar man gestorven is. Wat het met haar gedaan heeft. Gelukkig won mijn nieuwsgierigheid en betrokkenheid het al snel van m’n drempelvrees. Achteraf kwam ik erachter dat zij mij daar heel dankbaar voor was. “Mensen durven er gewoon niet over te beginnen”, zo zei ze me achteraf. “Ik heb me ontzettend alleen gevoeld.” Inmiddels is ze een heel goede vriendin van me geworden.
Hulp uit onverwachte hoek
Ook al kun je het niet helemaal met elkaar vergelijken, maar ik moest onwillekeurig denken aan de tijd nadat mijn toenmalige partner mij plotseling had verlaten en ik met twee kinderen van vier en zes jaar achterbleef. De ontreddering was groot! Maar er kwam ook hulp uit onverwachte hoek. Vriendin Saskia haalde elke donderdag mijn kinderen samen met die van haar op van school en kookte ‘s avonds voor ons. Don, de vader van een vriendje van mijn zoon, nam hem elke zaterdag mee naar het voetbalveld. Vrienden en vriendinnen die voor me hebben gekookt, geholpen in de tuin, en uren met me hebben gepraat. Deze hulp zorgde ervoor dat ik goede herinneringen heb overgehouden aan een lastige tijd.
Herken je dit?
Heb je ook ervaringen met hoe mensen omgaan met iemand in de rouw? Wat heeft je in deze tijd geholpen? Wat juist niet? Ik zou het leuk vinden als je hieronder een reactie achter zou willen laten.
Heel herkenbaar!
Rouw is verdriet om zaken die je verliest of mist en dat is niet altijd doodgaan.
Mijn kinderen en ik missen Jeff, hun vader en mijn man regelmatig wanneer hij voor langere tijd in het buitenland is.
Aangeven wat je dan nodig hebt vind ik ook een belangrijk onderdeel. Als ik niet had gevraagd, dan was ik vast veel eenzamer geweest. Soms vroeg ik een vriendin om ‘s avonds bij me langs te komen. Gewoon lekker kunnen babbelen met elkaar. Of gewoon telefoneren. Met mensen in het buitenland moet dat wel. Praten aan de telefoon is ook quality time heb ik gemerkt.
Ha Boukje, je hebt gelijk, om hulp vragen is ook belangrijk. Maar dat is lang niet altijd gemakkelijk, en hoe slechter je in je vel zit, des te moeilijker is het. Ik heb erg goede herinneringen aan al die mensen die zonder te vragen voor me gezorgd hebben. Heerlijk was dat. En verrassend!